Vertaling Bijbel, Kanttekeningen SV, [], En desgelijks ook Rachab, [74]de hoer, is zij niet [75]uit de werken gerechtvaardigd geweest, als zij [76]de gezondenen [77]heeft ontvangen, en [78]door een anderen weg uitgelaten? 74. Zie van dit woord Hebr.11:31. 75. Zie de verklaring vs.21, en blijkt ook hieruit, daar zij door dit eene goede werk voor God niet eigenlijk heeft kunnen gerechtvaardigd worden, dat daarom deze woorden oneigenlijk moeten verstaan worden, namelijk dat zij met dit werk betoond heeft dat haar geloof een waar en rechtvaardigmakend geloof was. Zie Hebr.11:31. 76. Of boden; namelijk die gezonden waren om het land Kanaan te bespieden. 77. Namelijk met vrede, Hebr.11:31; zonder hen te melden of aan te brengen, maar alle hulp bewijzende. 78. Namelijk om het gevaar te ontkomen. Zie Joz.2.